hoofding
shout

Marisa cornuarietis

Linnaeus, 1758
verspreidingsgebied
Voeding
voeding visvoer
Marisa cornuarietis
Marisa is net zoals andere appelslakken een grote eter. In een aquarium moet men dan ook opletten. In een goed beplant aquarium kunnen één of twee exemplaren leven zonder al te veel schade toe te brengen maar toch kunnen bepaalde planten volledig opgegeten worden. Erg selectief zijn deze slakken niet in hun voedsel. Om deze slakken gezond te houden kan men allerlei groenten voederen met daarnaast visvoer. Als er een vis sterft wordt die ook als voedsel aanzien. Levende vissen worden met rust gelaten. Overdag is marisa niet erg aktief en blijft meestal onder stenen of tussen de planten. Pas als het donker is, gaat marisa op zoek naar eten. De temperatuur van het water zou tussen de 18 en 28°C moeten zijn. Bij een lagere temperatuur gaat marisa in een soort van winterslaap.

Bij de paring nadert het mannetje het vrouwtje langs achter en kruipt op haar huisje. Dan brengt hij vliegensvlug zijn penis bij haar in. De paring kan lange tijd duren en wordt soms eventjes onderbroken. Marisa legt haar eieren onder water. Elke 3 to 5 dagen kan het vrouwtje eieren leggen en dit een aantal weken lang. De eieren hebben een temperatuur nodig van 18 tot 28°C en moeten onder water blijven anders drogen ze uit.
Na 2 tot 4 weken komen de jonge slakken uit. De meesten overleven de eerste weken niet maar de anderen groeien snel. Als ze ongeveer 2,5 cm groot zijn kunnen ze op hun beurt voor nageslacht zorgen. Marisa kan tot 5,7 cm groot worden.

Marisa cornuarietis is een tropische zoetwaterslak afkomstig uit Brazilië, Columbia, Venezuela, Panama, Costa Rica en Honduras. Door de aquariumhandel heeft deze slak zijn verspreidingsgebied kunnen uitbreiden. Ook voor het bestrijden van waterplanten is deze soort gebruikt waardoor ze nu onder andere ook in Florida voorkomt. De temperatuur mag echter niet onder de 8°C dalen anders kan deze slak niet overleven. Een Nederlandstalige naam voor deze slak ben ik nog niet tegengekomen. Engelse benamingen zijn: Giant ramshorn, Colombian ramshorn, Columbian snail en goldenhorn marisa.

Wanneer deze slak precies in Florida is terechtgekomen weet men niet. In februari 1958 kwam marisa veel voor in een 8 km lang deel van het kanaal in het midden van de stad Miami. Later dat jaar werd marisa een stuk stroomopwaarts ook gevonden. In juli van dat jaar werden er veel dieren van alle leeftijden 1,6 km stroomafwaarts gevonden. Sinds dat jaar heeft deze slak zijn verspreidingsgebied uitgebreid tot zowat alle kanalen in de buurt van Miami uitgezonderd de zwaar verontreinigde gebieden. In 1971 werden de eerste slakken in de Everglades gevonden. De reden van hun snelle verspreiding is dat slakken kunnen meedrijven met hout of bladeren die stroomafwaarts drijven.

Marisa wordt verkocht voor aquaria maar eet vrijwel alle planten. Waarschijnlijk zijn de eerste dieren vrijgelaten door mensen die deze slakken liever niet meer in hun aquarium hielden. Ook werd voorgesteld om deze slakken te gebruiken als onkruidbestrijder planten zoals de waterhyacinth. Studies hebben aangetoont dat marisa de wortels van deze planten eet waardoor de groei vertraagt wordt. Elders in het zuiden van de VS en in Puerto Rico werd marisa ingeschakeld tegen enkele andere planten. Daarbij werd wel vergeten dat deze slak ook rijst eet en andere planten die wel gebruikt worden door de mens. Marisa wordt in Puerto Rico gegeten door de plaatselijke bevolking.
Niet enkel planten maar ook andere slakken worden als middagmaal gebruikt door marisa. Om andere slakkenpopulaties die ziektes kunnen overdragen op de mens in te dijken wordt marisa ook wel gebruikt. Marisa zelf is geen drager van ziektes die overdraagbaar zijn op de mens.
Marisa cornuarietis