Beschreven soorten
Ondanks de grootte van het toenmalige Belgisch Congo is het aantal soorten agaatslakken beperkt hoewel er ten tijde van de publicatie nog geen expeditie was uitgevoerd naar de Katanga regio.
Ook wordt opgemerkt dat geen enkele soort zowel in regenwoud als in de savanne voorkomt.
Volgende soorten staan beschreven (met de in het boek gebruikte namen):
Achatina bandeirana (Morelet, 1866)
Vindplaats : Savanne van Banza Manteka (tussen Matadi en Lukungu) en Kunga
Maximale lengte : 143mm, diameter : 72 mm
Deze soort lijkt sterk op Achatina balteata. Achatina balteata var. infrafusca beschreven door Martens op basis van huisjes uit Banana blijkt eigenlijk Achatina bandeirana te zijn.
Achatina tincta (Reeve, 1842)
Vindplaats : Banana, Leopoldville (Kinshasa), Ile de l'elephant, tussen Stanley Pool (Pool Malebo) en Kwamouth, Malela, Moanda. San Antonio (Angola) en Brazzaville, Pays M'bagba en Fort Rousset (Congo-Brazzaville).
Maximale lengte : 101mm, diameter : 45 mm
De tekening is erg variabel. De soort Achatina oblitterata blijkt enkel een mutatie te zijn van Achatina tincta. Beide kleurvormen komen samen voor. Dit is een vrij algemene soort die kan gevonden worden
onder droge bladeren waar ze zich verschuilen en voeden met resten van planten.
Achatina pfeiferri (Dunker, 1845)
Vindplaats : Zambi
Maximale lengte : 35mm, diameter : 15 mm
De onderzochte exemplaren wijken af van het type-exemplaar en zijn waarschijnlijk een lokale ondersoort die Achatina pfeiferri eugrapta wordt genoemd.
Achatina sylvatica (Putzeys, 1898)
Vindplaats : Stanleyville (Kisangani), Mobeka, Nouvelle Anvers (Makanza) langs de Congostroom.
Maximale lengte : 41mm, diameter : 20 mm
Bij deze soort komt een egaal gekleurde mutatie voor die 'unicolor' wordt genoemd maar ook bij de gestreepte exemplaren is er een grote verscheidenheid aan tekening : van veel gestreept tot nog slechts enkele puntjes.
In Stanleyville (Kisangani) werden de slakken aangetroffen tussen het gras.
Achatina weynsi (Dautzenberg, 1899)
Vindplaats : Bumba, Nouvelle Anvers (Makanza) langs de Congostroom.
Maximale lengte : 114mm, diameter : 60 mm
Deze soort lijkt op Achatina tincta maar komt voor in een verspreidingsgebied dat ver ligt van het beschreven leefgebied van deze soort. Het leefgebied grenst wel aan dat van Achatina schweinfurthi.
Het patroon op het huisje is vaak gestreept in verschillende dikte. Sommige exemplaren hebben zelfs een bijna effen kleur.
Een mutatie 'rosaxis' is gevonden waarbij de strepen niet kastanjekleurig zijn maar kaneelkleurig.
Achatina schweinfurthi (Martens, 1873)
Vindplaats : Oostelijk Congo : in bossen op de flanken van Mt. Baginze en Mt. Ruzenzori, regio van Andetei, ten westen van de Semliki rivieer, Nsendwe, Lokandu, Piani Kapuri, Ponthierville (Ubundu), Stanley Falls (Boyoma Falls), tussen Mawambi en Avakubi, Niangara, Medje
Maximale lengte : 171mm, diameter : 83 mm
Achatina schweinfurthi rhodacme (Pilsbry, 1919)
Vindplaats : Stanleyville (Kisangani), Lubutu
Maximale lengte : 150mm, diameter : 72 mm
Deze ondersoort (links) werd beschreven door Pilsbry waarbij hij ook nog 2 mutaties bepaalt namelijk rhodostemma (midden) en levior (rechts).
Achatina rugosa (Putzeys, 1898)
Vindplaats : In het regenwoud aan de rechterkant van de Congostroom in Micici, Musungu Kifuluka, Nsendwe, Lokandu, Ponthierville (Ubundu) en Stanley Falls (Boyoma Falls)
Maximale lengte : 106mm, diameter : 52 mm
Achatina iostoma is mogelijks een synoniem voor deze soort.
Achatina osborni (Pilsbury, 1919)
Vindplaats : In het regenwoud in de buurt van Masisi
Maximale lengte : 141mm, diameter : 66 mm
Beschreven door Pilsbury en vernoemd naar professor Henry Fairfield Osborn, president van The American Museum.